Emotionele mw.
Deze situatie heb ik gekoppeld aan 'ontdek je werkplek' omdat ik bewust ben van mezelf als instrument en oefen daarmee (c.3.3). Mw. vertrouwde me en stelde zich open over haar gevoelens. Ik was bewust van mijn houding en de vragen die ik stelde. Ook koppel ik het aan c.3.11 'De student rapporteert (onder begeleiding van) en verantwoordt waarom er op een bepaalde manier gehandeld is'.
Terugblikken
Ik was de keuken aan het opruimen na het eten totdat mw. X naar mij toe kwam om te praten. Ze gaf aan dat ze ruzie had met haar vriendin en dat ze hier erg mee zat. Ze kon er ’s nachts niet door slapen. Ze zei dat haar vriendin haar een klein kind noemde terwijl zij 42 is. Hier zat ze erg mee en benoemde dit vaak. Ze begon te huilen en ik troostte haar. dit vond ze fijn. Op een gegeven moment wilde ze mij de sms’jes laten zien. Ik las deze, op een gegeven moment stond er: ‘Je werkt elke zaterdag zwart en dat is fout dat weet je’. Waarop mw. X antwoorde met: “Dat ik zwart werk mag je nooit tegen iemand vertellen dat kan me in de problemen brengen.” Ik las dit dus en vroeg hierop door. Ik vroeg of ze daadwerkelijk zwart werkte waarop zij zei dat ze af en toe bij haar tante in de loempia kraam werkt. Daarna vroeg ik dus nog nadrukkelijk of ze dan bij haar tante werkt, hier zei ze ja op.
Ik vroeg dit nadrukkelijk omdat ik weet dat er problemen zijn tussen haar en haar tante. Zover ik heb begrepen hebben hun geen contact meer maar dit wijst weer op iets anders.
Hierna troostte ik haar nog even en zei dat het misschien slim was om met haar vriendin te gaan praten. Dit wilde ze niet omdat ze vaker ruzie hebben en dus vaker een naar gevoel heeft door haar vriendin. Ze gaf dus ook aan dat het beter was om niet meer bevriend te zijn met haar vriendin.
Op het moment dat ik het berichtje zag, wilde ik dit voorzichtig vragen omdat mw. al emotioneel was. Ik ging er ook expres niet te lang op door omdat ik mw. wilde troosten. Ik heb het achteraf ook gerapporteerd omdat mw. bij ons zit omdat ze geen contact meer wilde met haar tante.
Ik nam een open houding aan en gaf haar af en toe een schouderklopje. Ik merkte dat mw. dit prettig vond. Ze lachte en klaarde ietwat op.
Bewustwording
Ik vond het belangrijk dat mw. zich weer prettig voelde en dat ze het gevoel had dat ze haar hart kon luchten. Ik merkte gelukkig dat ze dit wel kon. Dit merkte ik doordat ze mij het hele verhaal wilde vertellen en aan het huilen was.
Alternatieve ontwikkeling
De volgende keer denk ik dat ik haar mee neem naar een aparte ruimte. Nu zaten we samen in ruimte waar we altijd eten. Iedereen zag het ook. Ik denk dat het voor haar prettiger zou zijn als ik haar de volgende keer eventjes apart zal nemen.