Kookactiviteit - omgaan met feedback
Terugblikken
Ik organiseerde samen met een cliënt een kookactiviteit ‘Bulgaars eten’. Dit was op zondag 29 mei. We hadden alle boodschappen al gedaan. We moesten wel nog even naar de winkel om brood en sapjes te kopen. Toen we in de winkel waren wilde ik nog wat extra rijst en vlees kopen. Dhr. was hier niet mee eens omdat hij zeker wist dat we genoeg eten hadden. Ik zei dat ik het toch voor de zekerheid wilde kopen voor het geval dat we anders te weinig hadden. Dhr. snapte dit en we gingen terug naar het instroomhuis om te koken. Samen met twee andere cliënten gingen we koken. Dhr. nam de rol als ‘chef kok’ erg serieus en stuurde ons allen aan. Dit vond ik erg leuk om te zien, dhr. was enthousiast en wist precies wat er gebeurd moest worden. Het verliep allemaal soepel en ik ervaarde geen stress zowel al bij dhr. als bij mij.
Tijdens het koken kwam dhr. naar mij toe en zei, het is maar goed geweest dat je extra rijst en vlees hebt gekocht, ik merk nu dat ik het toch wel nodig had. Ik was opgelucht dat we dit toch hadden gekocht anders hadden we misschien te weinig gehad.
Toen het eten klaar was hebben we met zijn allen zitten eten. Het voorgerecht was tarator soep (koude komkommer soep), dit viel niet bij iedereen in de smaak omdat we dit ook niet gewend zijn. Het hoofdgerecht was gevulde paprika, dit was heel machtig en iedereen zat al snel vol. Als na gerecht hadden we crème caramel, dit smaakte heel erg naar ei, dit was niet mijn favoriete toetje. Dhr. was heel trots en zei ook tegen mij, ik vind dat we het heel goed hebben gedaan, ondanks dat niet iedereen het lekker vond. We kunnen niet iedereen tevreden stellen. Ik benoemde tegen dhr. dat hij het heel goed gedaan heeft en dat ik het erg leuk vond om dit samen met dhr. te mogen doen. Daarna hebben dhr. en ik nog de keuken opgeruimd, er was niet heel veel rommel aangezien we tussendoor alles continu opruimde als we iets niet meer nodig hadden.
Bewustwording
Tijdens de activiteit was ik me bewust van de tijd die we nog hadden voordat we moesten gaan eten. Ik was bewust van mijn houding naar dhr. toe, dhr. was de chef kok en had dus de leiding. Ik speelde hierin mee door de leiding niet op me te nemen. Ik was wel bang dat we te weinig hadden, ik was erg blij dat ik nog extra eten gekocht had. Achteraf gezien hoefde ik hier niet bang voor te zijn, we hadden nog meer dan genoeg over.
De hele activiteit verliep soepel en ik ervaarde geen stress zowel bij de voorbereidingen als bij de activiteit zelf. Ik dacht bij mezelf ‘dit gaat helemaal goedkomen’ en dat is ook gelukt.
Alternatieve ontwikkeling
De volgende keer bij het maken van het boodschappenlijstje wil ik beter bespreken met dhr. als ik denk dat het te weinig is. Nu kwam ik er later achter maar nog steeds optijd gelukkig.
